Ik ben een Anyakun Paul, een Karamojong van de stam Karamoja en een Oegandees van nationaliteit. Ik ben geboren in oktober 1994, in Karamoja, de thuisbasis van de nomadische krijgers van Oeganda. Als jonge jongen groeide ik op in een onveilige en onzekere gemeenschap waar de Gun-cultuur en vee werd verondersteld de enige levenswijze te zijn. Een gemeenschap waar het stelen van vee veel levens eiste, veel kinderen zonder ouders achterbleven en dat maakte dat velen ontsnapten als vluchteling.

In de Karamojong gemeenschappen werden vee-overvallen gedaan als de gewoonste zaak van de wereld en de dood was geen vreemd woord. Ik ben opgegroeid in deze roerige omstandigheden waarbij ik veel vreselijke incidenten heb meegemaakt, waaronder in 2002 als 8-jarig kind het neerschieten van mijn twee oudere broers. Ik wist dat ik de volgende persoon zou zijn die zou worden neergeschoten als ik doorging op dezelfde plek te verblijven. Mijn geweten zei dat ik moest ontsnappen naar een toevluchtsoord en ik vond mezelf in Kampala, waar ik geconfronteerd werd met een levenslange herinnering als straatkind tot de tijd dat de regering de regio ontwapende van illegale wapens.

Ik kwam terug naar de regio Karamoja, Napak District in 2006 om opnieuw contact te maken met mijn familie. Leden vertrokken daarna naar het Moroto district waar ik mijn onderwijsreis begon, met plannen om het verleden en het heden van Karamoja te documenteren. Daarop verliet ik voor altijd mijn thuis. Na het leren lezen, schrijven en spreken van Engels, ging ik ruimte maken voor mijn gepassioneerde interesse. Cultureel onderzoek gerelateerd aan mijn regio, de ouderen en alle culturele leiders.
Door deze culturele kennis raakte ik betrokken bij het toerisme waarna ik gids werd. Ik zag kansen om van Karamoja ook een toeristisch potentieel te maken en het te ontsluiten in Oeganda door het organiseren en begeleiden van de toerist naar de ongetemde Karamoja-wildernis. Sinds 2014 ben ik bezig als gids om tegelijkertijd economische kansen te creëren voor onze lokale gemeenschappen.

Gedurende deze laatste tien jaar ervaring als cultureel onderzoeker en gids heb ik fotografievaardigheden ontwikkeld door te leren van professionele fotografen en een aanzienlijke expertise op dit gebied opgedaan. Ik maakte foto’s te maken die een verhaal vertellen over hoe het zit met onze gemeenschappen.

Ik begon professionele foto’s van het dagelijks leven te maken en verhalen te schrijven over het verleden en het huidige leven van onze gemeenschappen. Mijn eigen verhaal, waarom ik het huis had verlaten voor het leven op straat van Kampala. Daardoor kon ik een projectcontract afsluiten met enkele van de grootste organisaties in Karamoja m.b.t. culturele fotografie conservatie zoals de Belgische technische samenwerking (BTC), Gulu university constituent college Moroto, Karamoja wildernis expedities en Mangoboom Oeganda gevestigd in Kampala. Ik bleef ook portretten bijdragen van o.a. hoofdtooien van Karamojong aan onze museums.

Toch besloot ik mezelf uit te dagen met een nieuwe ervaring, het begeleiden van professionele fotografen. Aan de andere kant inspireerden zij me met meer fotografische vaardigheden die ik kon toepassen in wat ik nu doe. Ik heb een roeping en geloof dat ik veel kan bereiken op het gebied van cultuurbehoud, natuur (bescherming van inheemse boomsoorten), wildlife en fotodocumentaires van cultureel erfgoed. Omdat onze gemeenschappen al weten wat ik doe, en velen zich nog steeds afvragen wat cultureel behoud inhoudt en het belang ervan voor hen, zal de voortdurende fotografie en interactie hen veel verschillende ideeën geven over hoe mijn foto’s eruit zien en wat voor hen zal betekenen.

Kortom, mijn levenservaring en fotografie gaan hand in hand met het ondersteunen en versterken van mijn stam. Alles wat ik overhoud van mijn inkomen geef ik onder meer uit aan eten en empowerment. Samen met mijn vrienden van Karamoja Trails geef ik in mijn vrije tijd les aan ongeveer 300 kinderen in de afgelegen dorpen, zodat ze Engels en rekenen kunnen leren. Dit alles om hun gemeenschap te beschermen, want ouders spreken vaak geen Engels. Zo kunnen zij zich staande houden in de noodzakelijke situaties met bijvoorbeeld de bedreiging voor cultuur en natuur. Denk aan de overheid en bedrijven. Veel geld komt niet bij de lokale bevolking terecht en door grote belangen van industrie en toerisme is al veel traditionele cultuur en natuur verdwenen.

Ik voel het als een missie om mezelf in te zetten voor culturele en gemeenschapsgerichte projecten. Ik wil onze gemeenschappen redenen geven om voor hun cultuur te zorgen door middel van onderwijs, voorlichting en fotografiedocumentaires.

Het is inmiddels 2 maanden geleden, maar voelt alsof het gisteren is gebeurd, aangezien ik me nog de avonden kan herinneren met onze gesprekken om te brainstormen en onze ervaringen uit te wisselen
terwijl we in de dorpjes waren voor culturele beleving. Vanaf de eerste dag, toen ik Gea als ‘toerist’ ontmoette, vond ik het meteen leuk hoe belangstellend ze was en vertelde vanuit haar beleving en interesse voor onze gemeenschap. Daarmee opende ze mij om naar haar om te vertellen wat ik met mijn gemeenschap doe naast het begeleiden van toeristen voor culturele reizen. Een van de dingen die ik me herinner en met haar deelde, was dat ik geen mensen vanuit de gemeenschap organiseer om op te treden voor toeristen. Ik neem de toerist mee in een normale culturele dagelijkse ervaring zonder hun manier van leven te beïnvloeden. Dit is omdat ik wil voorkomen dat mijn stam wordt beïnvloed/veranderd door toeristische bezoeken.

De korte tijd dat Gea nog in Karamoja was, vroeg ze me wat ze voor mij en mijn gemeenschap kon doen. Daarop vertelde ik haar, “ik heb geen geld nodig maar ideeën en de rest zal volgen”. Meteen veranderde ze van stemming en ik zag de tranen in haar ogen van ontroering en dat markeerde het begin van onze vertrouwensband. De dag volgend op ons bezoek aan de gemeenschap vertelde ze me dat ze eten wilde regelen voor de gemeenschap. Ik reed haar naar de voedselmarkt in de stad Moroto waar ze veel fruit insloeg en de jeep mee vulde.

Gea is echt een gelijkgestemde, benaderbare, begripvolle persoon en bereid om met mij samen te werken bij het ondersteunen van onze gemeenschapsprojecten, ze is kordaat en toont inzicht. We worden altijd gedreven door ons principe van “one step at a time”. Sinds ze Karamoja bezocht, heeft ze laten zien dat dit de absolute waarheid is. Voor haar acties en inspanningen om de levens van de arme en marginale gemeenschappen in Karamoja te ondersteunen en te veranderen, kan ik haar alleen maar mijn oprechte en diepste dankbaarheid betuigen. Onze chemie is perfect en we zijn heel complementair, we klankborden samen om verder te bouwen en verbinden en ik hoop nog lang met haar samen te kunnen werken.